Sommigen zeggen dat huisdierenfotografie overeenkomt met het fotograferen van kinderen. Dieren hebben weinig geduld, weinig aandacht en zijn lastig te regisseren. Toch is dat juist wat het ook zo leuk maakt. Het levert namelijk altijd spontane situaties op. Elke keer bespreek ik een ander onderdeel van dierenfotografie, zowel theorie als praktijk. Deze keer: Aan de slag met je huisdier, 10 praktische tips.
Wil je meer leren over fotografie en ook prachtige foto’s leren maken? Bekijk dan onze Basiscursus Fotografie
Als dierenliefhebber is er natuurlijk niets leukers dan met je eigen huisdier aan de slag gaan. Of je nu een kat, hond, konijn, hamster of leguaan hebt, de basisprincipes zijn hetzelfde. De volgende tips helpen je op weg bij het maken van de mooie foto’s van jouw huisdier.
1. Focus op de ogen
Dierenportretten zijn wat dit betreft niet veel anders dan portretten van mensen. Automatisch kijken we naar de ogen van het dier of persoon die is vastgelegd. Bij een goed portret kun je namelijk het verhaal van de persoon aflezen aan de ogen. Hetzelfde geldt voor dieren, want we zien graag menselijke emoties bij dieren. Zorg daarom altijd dat de ogen scherp zijn. Dit geeft direct meer persoonlijkheid en emotie aan je portret, wat de foto absoluut ten goede komt.


2. Begeef je op oogniveau
Waarschijnlijk maak je vaak foto’s vanaf jouw eigen standpunt, wat heel logisch is. Dit resulteert in foto’s van huisdieren die van bovenaf zijn genomen. Dit kan heel erg leuk uitpakken, maar probeer ook eens te verlagen tot de ooghoogte van het dier en vanaf daar te fotograferen. Hierdoor kruip je als het ware in de wereld van het dier dat je fotografeert. Dit levert vaak originele(re) en leuke plaatjes op. Experimenteer ook eens met andere standpunten, zoals bijvoorbeeld helemaal vanaf de grond.


3. Let op de achtergrond
Als je net met dierenfotografie begint, is er een grote kans dat je zo druk bent met van alles (zoals je camera instellingen en het dier zelf) dat je vergeet te kijken naar de omgeving. Belangrijke les die ik geleerd heb is dat de achtergrond misschien nog wel belangrijker is dan het dier zelf. Een rustige, egale achtergrond zorgt voor een veel sterkere foto waarbij de focus automatisch bij het dier komt te liggen. Een rommelige achtergrond leidt snel af en zorgt voor een onrustige foto.

Meer leren?
Dit artikel is slechts een klein onderdeel van de uitgebreide fotografiecursussen die je kunt volgen op Zoom Academy. Bekijk het grote aanbod van online fotografiecursussen in de Zoom Academy en start direct met een Cursus Lightroom, Basiscursus Fotografie of een van de vele anderen!
Gemiddelde beoordeling: 8,5
“Erg tevreden. duidelijke uitleg en duidelijke video’s. Voordeel is ook dat je nog eens terug kan kijken. Ik kijk uit naar een volgende training.” – John R
4. Gebruik weinig scherptediepte
Zoals je misschien al is opgevallen, zijn alle bovenstaande voorbeelden gemaakt met weinig scherptediepte. Het dier (of een deel daarvan) is scherp en de achtergrond is wazig. Door weinig scherptediepte te gebruiken, zorg je er automatisch voor dat de aandacht naar het dier gaat. Weinig scherptediepte is ook handig als je toch een enigszins rommelige achtergrond hebt (zie punt 3). Hiermee kun je dat een beetje verbloemen. Maar ook bij weinig scherptediepte geldt dat het beter is een egale achtergrond te hebben! Ik gebruik daarom graag een diafragma rond F/2.8 voor mijn hondenportretten.

5. Zoom in op details
Probeer ook eens anders naar je huisdier te kijken. Zoom eens in op details zoals een poot, oor of ander karakteristiek detail van jouw huisdier. Als niet direct duidelijk is wat de kijker eigenlijk ziet, maakt dit nieuwsgierig!


6. Leg het karakter van het huisdier vast
Kijk eens goed naar het huisdier en bedenk wat jouw huisdier uniek maakt. Heb je bijvoorbeeld een actieve kat? Probeer dan een actiefoto te maken. Als je juist een luie kat hebt, zet hem dan heerlijk luierend op de foto. Op deze manier zorg je ervoor dat jouw foto’s net even iets anders zijn dan die van anderen.


7. Gebruik natuurlijk licht (geen flits!)
Maak zoveel mogelijk gebruik van natuurlijk licht. Nog beter, probeer te spelen met het aanwezige licht! Als je buiten fotografeert probeer dan goed te letten op de stand van de zon. Op een zonnige dag is ’s middags het minst geschikt om te fotograferen. Je krijgt dan namelijk harde schaduwen. Veel fotografen zweren bij het ‘Golden Hour’. Het uur voordat de zon op- of ondergaat. Dit zorgt namelijk voor prachtige, warme foto’s. Probeer binnenshuis gebruik te maken van het natuurlijke licht door de ramen of anders van het licht van de lampen in huis.

8. Analoog kleurgebruik
Dit punt is misschien wat minder voor de hand liggend, maar in mijn ogen wel belangrijk! Ik heb veel foto’s van anderen bekeken en me afgevraagd waarom ik bepaalde foto’s nu zo mooi vind. Veel van de foto’s straalde rust uit door het gebruik van analoge kleuren. Hiermee bedoel ik dat de achtergrondkleur(en) vergelijkbaar zijn met het dier op de voorgrond. Heel simpel gezegd betekent dit zwart op zwart of wit op wit, maar ook een bruin dier voor een bruine achtergrond. Natuurlijk is het ook leuk om juist een ontzettende contrastkleur te gebruiken, als je er maar bewust over nadenkt wat je met de foto wilt bereiken.

9. Compositie
Durf te croppen! Net zoals bij het fotograferen van details, kan een foto spannender worden als je niet alles laat zien. Juist een uitsnede kan een hele sterke foto opleveren. Probeer de uitsnede al te maken als je fotografeert in plaats van achteraf, maar uitsnijden in de nabewerking kan natuurlijk ook nog. Er zijn veel hulpmiddelen bij het maken van de ‘perfecte’ uitsnede zoals bijvoorbeeld de gulden snede.

10. Kijk naar anderen (maar niet teveel)
Ik heb veel geleerd door alleen maar te kijken naar andere foto’s (bijvoorbeeld op zoom.nl en flickr.com) en voor mijzelf na te gaan wat het een goede of minder goede foto maakt. Dit kan heel inspirerend zijn, maar kan er ook voor zorgen dat je denkt “Dit lukt mij nooooit.” Daarom is het belangrijk dat je dit met mate doet en vooral gewoon lekker zelf aan het fotograferen gaat. Ook het kritisch bekijken van je eigen foto’s (zowel de goede als minder goede!) helpt bij je ontwikkeling. Het belangrijkste is dat je zelf ziet dat je groeit en dat jij elke keer een beetje beter wordt.
Miranda Schenkel
Miranda Schenkel is naast haar werk als interactie ontwerper ook hondenfotograaf. Als fotograaf probeert ze de persoonlijkheid van viervoeters vast te leggen. Ze schrijft over de kennis die ze op doet tijdens fotoshoots en geeft praktische tips zodat je zelf ook direct aan de slag kunt. Je kunt haar werk bekijken op haar haar website.