in

Camera-instellingen voor bij een portret

Wil je beginnen met portretfotografie, dan is het goed om te kijken naar de belangrijkste basisinstellingen om een goed portret te kunnen maken. We leggen je de belangrijkste instellingen uit!

Wil je alles leren over portretfotografie zoals belichting en werken in de studio? Bekijk dan onze Cursus Portretfotografie

We beginnen simpel en gaan ervan uit dat je fotografeert met:
• Natuurlijk daglicht – nog even geen lastige studiolampen om je druk over te maken.
• Een (instap-)spiegelreflex of systeemcamera.
• Een objectief tussen de 50 mm en 150 mm (om vervormingen in het gezicht te voorkomen).
• Een model dat je al kent en waar je makkelijk mee samenwerkt, bijvoorbeeld een goede vriend, vriendin of familielid.

Brenda Roos, brendaroos.zoom.nl – Canon EOS 5D Mark IV – ISO 640 – F 3,5 – 1/320 SEC – 135 MM
Dit portret is een typisch voorbeeld van een simpele maar sterke foto, door gebruik te maken van natuurlijk licht en een lichtsterk objectief, zoals we dat hier zullen uitleggen.

Diafragma

Het diafragma (de opening van de lens) bepaalt voor een groot deel de scherpte in de foto (en de onscherpte in de achtergrond). Het gaat hier namelijk om de hoeveelheid licht die we in de lens doorlaten. Deze hoeveelheid kun je zelf instellen door je camera in de Av-, A- of M-stand te zetten. Met een draaiknop aan de camera verander je vervolgens het F-getal op je scherm en je ziet ook meteen het effect: deze instelling bepaalt de scherptediepte in de foto en daarmee grotendeels de look & feel van het portret.

Om meteen een professionele look neer te zetten, kiezen we in eerste instantie voor een grote diafragma-opening en dus een laag F-getal.

Kijk hoe laag je dit F-getal kunt instellen bij jouw apparatuur: bij een kitlens is dit op 50 mm al snel F 5,6, maar bij een prime-objectief (vast brandpunt) van 50 mm kun je soms tot F 1,8. Dat levert twee heel verschillende foto’s op:

Bij een grote opening van F1.8 is de achtergrond van het portret veel vager. Dit wordt ook wel ‘Bokeh’ genoemd en wordt vaak ervaren als ‘professioneel’. Veel objectieven worden door fotografen vooral beoordeeld op de zachtheid van de bokeh.

Scherptediepte

Dat geeft nogal een verschil in scherptediepte: de F 1,8 geeft een heel beperkt scherptegebied (een beperkte scherptediepte), bijvoorbeeld alleen de ogen en een gedeelte van het haar, terwijl F 5,6 al vaak het hele gezicht scherp in beeld brengt (een grotere scherptediepte).

Hieronder zie je de diafragma-opening van een objectief. Elke stap naar rechts wordt de opening twee keer zo klein, neemt de belichting evenredig af en de scherptediepte toe.

Diafragmawaardes in stops

Met de camera in de M-stand en het F-getal zo laag mogelijk, zien we meteen iets gebeuren: we laten meer licht door, waardoor de foto in z’n geheel lichter wordt.

Als je bij veel aanwezig licht fotografeert, zoals buiten in de zon, dan zul je al snel zien dat de foto overbelicht raakt; hele delen worden uitgebeten wit. Je zal dus iets moeten doen aan het overtollige licht, zonder die prachtige onscherpe achtergrond te verliezen!

Sluitertijd

Dat doen we in eerste instantie door aan de sluitertijd te draaien. Dit kan in de S-, Tv- of M-stand. De sluitertijd is de tijd waarin de sensor van de camera opengesteld is aan licht van buitenaf. Hoe langer de sensor open staat, hoe meer licht er de camera binnenkomt.

De volgende regel geldt: hoe korter de sluitertijd, hoe donkerder de foto. Hoe langer de sluitertijd, hoe lichter.

Daarnaast doet sluitertijd iets met de beweging in de foto: bij een korte sluitertijd ‘bevries’ je het onderwerp, bij een lange sluitertijd ontstaat er een waas in de beweging, namelijk bewegingsonscherpte. Voor de meeste portretfoto’s is het van belang om bewegingsonscherpte te voorkomen.

Zorg bij het oefenen van portretteren voor een relatief korte sluitertijd, zoals 1/250 sec, om er zeker van te zijn dat je geen onscherpte in het model krijgt. Als hij/zij namelijk iets beweegt (of je beweegt de camera te veel als fotograaf), dan krijg je bij een lange sluitertijd te veel onscherpte in beeld. Is het bij 1/250 sec nog te licht? Ga dan gerust naar 1/500 sec, 1/1000 sec of zelfs 1/4000 sec.

Tip: Te veel of te weinig licht kun je in de nabewerking nog ruimschoots corrigeren, bewegingsonscherpte niet!

Iso

Afhankelijk van de hoeveelheid aanwezig licht, zul je moeten spelen met de gevoeligheid van de sensor, die wordt uitgedrukt in iso-waarde. Hoe hoger dit getal, hoe hoger de gevoeligheid van de sensor.

Iso in verschillende stappen, hoe hoger het getal, hoe gevoeliger de sensor is voor licht.

Heb je te maken met weinig licht, bijvoorbeeld in de avond bij schemerlicht of in een donkere kamer? Dan zul je al snel de iso-waarde omhoog moeten draaien, om niet een te lange sluitertijd te krijgen. Binnenshuis zijn instellingen als F 1,8 – 1/250 sec – iso 800 de normaalste zaak van de wereld.

Maar kijk uit! Een hogere gevoeligheid van de sensor zorgt ook voor meer ruis in de foto’s. Doe dit dus alleen als het moet. Op moderne camera’s kun je gerust tot een ISO van 800 of 1600 fotograferen, zonder dat je problemen ervaart. Met een lichtsterk objectief kom je dan een heel eind, ook in donkere ruimtes!

Witbalans

De witbalans is een belangrijke instelling voor een portretfoto: hiermee wordt een gedeelte van de sfeer bepaald. Van heel warm tot heel koud, de witbalans is de ‘kleur’ die meegegeven wordt aan alle witte tinten in de foto.

Bij een ‘correcte’ witbalans zijn de witte tinten ook daadwerkelijk wit, en niet blauwig of oranje. Dit kun je in de camera bepalen onder de WB-knop (witbalans).

Afhankelijk van de situatie waar je in fotografeert, kies je voor een toepasselijke instelling. Let daarbij ook op de sfeer van de foto: wil je dat deze heel veel warmte uitstraalt, kies dan voor bijvoorbeeld de optie ‘schaduw’ of ‘bewolkt’. Wil je juist een koudere tint in het portret, kies dan voor ‘kunstlicht’ of ’tungsten’

Het enige verschil tussen bovenstaande portretten is de witbalans: zoals je kunt zien levert dat hele verschillende foto’s op. De juiste witbalans is dus een belangrijk onderdeel van portretfotografie!

Instellen van de witbalans

Standaard staat de witbalans op de automatische stand: de camera schat dan zelf in met wat voor situatie je te maken hebt en stelt een zo natuurgetrouw mogelijke witbalans in (waarbij wit dus ook echt wit is).

Voor een daglichtportret is de automatische stand vaak prima: er is licht genoeg en de camera heeft het bijna altijd goed. Onze tip: maak tijdens de shoot een paar testfoto’s en bekijk de foto’s terug op je camera. Valt je iets op aan de witbalans of klopt hij niet helemaal? Experimenteer dan met de verschillende standen: Daglicht, Bewolkt, Schaduw, Kunstlicht, Fluorescerend of Flits.

De verschillende witbalans opties in de camera. Je kunt in sommige camera’s ook zelf het aantal graden Kelvin aangeven.

Fotografeer in raw

Op je camera kun je instellen in welk formaat je wilt fotograferen: raw of jpg. Zeker bij portretfotografie is het goed om in raw te fotograferen: het geeft je achteraf veel meer ruimte in de nabewerking in belichting, kleur en witbalans.

De witbalans kun je namelijk achteraf nog volledig aanpassen als je in raw hebt gefotografeerd! Heb je een foutje gemaakt of staat de kleurtint je toch niet aan? Geen probleem! Je kunt hem volledig achteraf bepalen. Toch is het handig om hem in de camera al enigszins goed te hebben: je hebt dan tijdens de shoot al een beter idee van het uiteindelijke resultaat.

In het menu van de meeste camera’s vind je een optie om de foto’s in raw-formaat vast te leggen op de sd-kaart. Daarbij kun je ervoor kiezen om er ook meteen jpg-bestand bij op te slaan, zo heb je het beste van beiden.

Dit artikel komt uit de volledige Cursus Portretfotografie in Zoom Academy. Hierin leer je niet alleen over het fotograferen van een portret bij natuurlijk licht, maar gaan we nog veel verder. Zo leer je onder andere: Omgaan met het model en styling, Alles over flitslicht en unieke lichtopstellingen in de (thuis)studio, De juiste camera-instellingen voor verschillende lichtsituaties en Het retoucheren van een portret van begin tot eind in Lightroom en Photoshop. Bekijk hier de volledige Cursus Portretfotografie


Zoom Academy

avatar

Dit artikel is onderdeel van een cursus uit Zoom Academy. Dé plek voor online fotografie cursussen, voor beginners en gevorderden. Leer betere foto’s maken met deze uitgebreide cursussen vol tips en video’s, speciaal gemaakt door Zoom.nl. Wil je verder leren? Bekijk hier het grote aanbod cursussen op www.zoomacademy.nl .Bekijk alle artikelen van Zoom Academy


Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

Inspiratie voor macrofotografie: dit kun je fotograferen in huis

Tips voor Uitvaartfotografie – Het fotograferen van de laatste reis