in

Hoe krijg je de scherpste foto’s zonder statief



21 november 2017, 13:27

Scherpe foto’s maken, het lijkt zo vanzelfsprekend, maar niets is minder waar. Soms is het erg lastig om precies de plek scherp te krijgen die jij voor ogen hebt. Hoe krijg je dit het beste voor elkaar zonder je statief te gebruiken? Wij leggen het simpel aan je uit!

Wanneer is een foto scherp?

Scherpte in een foto wordt vaak automatisch gelinkt aan de kwaliteit van de foto, waardoor het dus één van de belangrijkste aspecten is. Belangrijk is dus om scherpte en details te hebben in je foto daar waar jij het wil of waar deze nodig zijn. Voor veel mensen is een foto pas scherp als het beeld op de foto net zo duidelijk is als het werkelijke beeld. Beoordelen of een foto scherp is, is niet altijd even makkelijk. Scherpte in een foto is gedeeltelijk subjectief en het hangt af van de persoonlijke smaak wat men ‘mooi scherp’ vindt. Onscherpte is namelijk niet erg, zolang het onderwerp waarop je de focus wil leggen maar scherp is. Wanneer dit niet zo is, komt je onderwerp niet goed naar voren en dat is iets wat je wil voorkomen. Het verkeerd leggen van de focus, bewegingsonscherpte, beweging van de camera, onscherpte omwille van de lens kwaliteit, geringe scherptediepte of slechte/geen kalibratie van camera/objectief zijn voorbeelden van oorzaken voor het ontstaan van onscherpe foto’s.

Foto: fransarts1946.

Vuistregel van scherpe foto’s

Wil je scherpe foto’s vanuit de hand nemen, dan geldt de vuistregel dat je sluitertijd minimaal gelijk moet zijn aan ‘1 gedeeld door de brandpuntsafstand’. Fotografeer je dus op een brandpuntsafstand van 300 mm met een fullframe camera, dan mag je sluitertijd dus niet langer zijn dan 1/300 sec. Wanneer je camera beschikt over een cropfactor, moet je deze niet vergeten mee te rekenen. Wanneer dit het geval is geldt: lengte van de lens x cropfactor. Dus een 300 mm op een 1.6 cropcamera heeft een minimale sluitertijd van 1/480 sec nodig.

Goede houding betekent meer stabiliteit

Als fotograaf kun je jezelf soms in de meest bijzondere houdingen bevinden, want alles voor die ene perfecte foto! Zorg er wel voor dat deze houding, ongeacht in welke vorm, altijd stabiel en comfortabel is. De ene fotograaf kan dit beter dan de ander. Door een stabiele houding aan te nemen, voorkom je al snel de grootste bewegingsonscherpte. Je kunt je camera stabieler beethouden door je ellebogen te ondersteunen. Leun bijvoorbeeld tegen een muurtje of boom, plaats ze tegen je lichaam aan of ga op de grond liggen. Zorg er altijd voor dat je een stabiele ondergrond hebt. Zacht zand is een erg onstabiele ondergrond en vraagt dus meer stabiliteit van je lichaam. Een goede tip is om door je knieën te gaan of één knie aan de grond te houden. Op deze manier ligt je balanspunt dichterbij de grond, waardoor je stabieler bent. Wanneer je met één knie op de grond gaat zitten, kun je de andere knie gebruiken als statief. Altijd handig wanneer je er geen bij je hebt!

Foto: Liesbeth van Asselt.

Zorg voor genoeg licht

Wanneer je gebruik maakt van de autofocus op je camera, is genoeg licht van essentieel belang. Bij te weinig licht heeft de AF-functie namelijk moeite om goed scherp te stellen. Een goede oplossing hiervoor is om gebruik te maken van lichtsterke lenzen. Bij dit soort lenzen werken de AF-sensoren sneller en nauwkeuriger. Een lichtsterke lens met als grootste opening f/2.8 kan een contrast- en lichtarme situatie nog goed aan. Bij een lens die lichtarmer is dan f/5.6 (en soms f/8, krijgen de meeste autofocus-systemen het moeilijker. Hoe lichtsterker de lens, hoe beter lijkt het ideaal, maar met lenzen van f/1.2, f/1.4 of f/1.8 hebben extreem kleine scherptediepte en zetten het autofocussysteem al snel op het verkeerde been. Vooral als het beeld beschikt over veel diepteverschil.

Foto: RobVisser.

Sweet spot

Iedere lens beschikt over een ‘sweet spot’. Hiermee wordt het meest geschikte diafragma voor die specifieke lens bedoeld. Op dit bepaalde diafragma levert de lens de beste scherpte. Veel beginners maken de fout om de lens te diafragmeren tot het kleinst of grootst mogelijke diafragma. Ze denken hierdoor meer scherpte te kunnen creëren. Dit is alleen niet zo. Diafragma regelt namelijk de scherptediepte in de foto, waardoor je met een klein diafragma alleen maar meer scherptediepte creëert in je foto’s. Vaak ligt de sweet spot bij de meeste lenzen tussen f/8 en f/11 en presteren vrijwel alle camera’s zeer goed hierbij. De scherpste foto’s krijg je dus door je objectief te gebruiken op de beste focale afstand in combinatie met de best presterende diafragmaopening. Blijf vooral je lenzen testen, zodat je precies uit kunt vinden waar de sweet spot van jouw lens ligt en wanneer je dus de beste resultaten krijgt.

Foto: dickvanduijn.

Bewegingen

Wanneer je bewegende onderwerpen wil fotograferen, blijft het altijd nog lastig om het beeld precies scherp te laten zijn waar jij wil. Bewegende beelden fotograferen vergt veel van het gebruikte materiaal en van de fotograaf. De snelheid, betrouwbaarheid en precisie van het autofocussysteem (AF) speelt een belangrijke rol. Ook al is je materiaal zo goed, het is geen garantie voor scherpe foto’s van bewegende beelden. Om te beginnen is het aan te raden om je camera niet op de AF-stand te zetten, maar op de AI-servo of continue focus (AF-C). Op deze manier volgt je objectief de beweging van het gewenste object. De kunst is om gelijkmatig met het bewegende onderwerp mee te bewegen. Zo kan de continue focus het onderwerp scherp in beeld houden. Ook is het gebruik maken van het middelste autofocuspunt een aanrader, omdat dit vaak het sterkste AF-punt van je camera is.

Foto: ypiete.

ISO-waarde

Ben je van plan om te gaan fotograferen in slechte lichtomstandigheden, maar zonder statief? De eerste optie is dan om je ISO-waarde te verhogen. Helaas levert dit vaak veel ruis op in je foto’s. Wil je toch de ISO-waarde zo laag mogelijk houden, zorg er dan voor dat je onderwerp zo stil mogelijk staat. Door beweging te voorkomen, ontstaat er minder bewegingsonscherpte bij een wat langere sluitertijd. Kies altijd een ISO-waarde die de juiste balans biedt tussen een korte sluitertijd en niet te veel ruis. Wanneer het echt niet lukt om je camera goed stil te houden bij een langere sluitertijd, maak dan gebruik van je omgeving. Zet je camera bijvoorbeeld op een muurtje of een hek, hierdoor heb je meer ondersteuning en stabiliteit van je camera.

Foto: Liesbeth van Asselt.

Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

Zo creëer je een spectaculaire lucht | Lightroom edit sessie

Een cinematische Hollywood-look geven aan je portret | Lightroom Quick Tip