in

Nachtfotografie voor beginners

Kees Krick

Als de zon onder is, hoef je niet gelijk de camera niet op te bergen. Er zijn nog meer lichtbronnen om compleet andere foto’s te maken dan overdag mogelijk is. Door de langere belichting krijg je bovendien leuke bewegingseffecten.

Wil je ook leren nabewerken in Lightroom? Bekijk dan onze Cursus Lightroom voor gevorderden (boek & online cursus)

Nachtfotografie is een erg bijzondere en leuke vorm van fotografie. Het is ook een ideale gelegenheid om te spelen met licht en daarvan te leren. Want heb je bij gewoon daglicht genoeg aan een ultrakorte belichting, zodra het donker wordt zal je camera ineens behoorlijk lang doen over het maken van een foto. Het duurt namelijk een tijdje voordat de sensor genoeg licht heeft verzameld is en er iets op de foto verschijnt. Op een zonnige dag is je camera dus in een flits klaar en kun je desnoods snel achter elkaar een reeks foto’s maken. In het donker moet je meer de tijd nemen en maak je in dezelfde tijd veel minder foto’s.

Bekijk ook onze videocursus over nachtfotografie

robster78

Statief

Als het buiten al donker is, kunnen sluitertijden oplopen tot wel vele minuten. Zo lang kun je een camera uit de hand niet stilhouden. Je hebt de stabiliteit van een statief nodig. Hoe langer je belicht, hoe meer allerlei trillingen de foto beïnvloeden, dus hoe belangrijker deze stabiliteit is. Je hebt niet altijd een heel duur of zwaar statief nodig. Je kunt ook wat extra beschutting tegen de wind opzoeken, zoals een muurtje of een bushokje. De middenkolom kun je beter ingeschoven laten. Uitschuiven maakt de opstelling altijd minder stabiel. Blijf je lasthouden van de wind, houd het statief dan laag door niet alle poten uit te schuiven. Hoe korter een statief, des te stabieler het geheel.


Scherpstellen

Zodra je ergens bent aangekomen en je weet wat je op de foto wilt zetten, plaats je de camera op een statief. Want bij nachtfotografie is het nagenoeg altijd te donker om uit de hand te werken. Daarna zoom je eventueel in voor de gewenste uitsnede. Nu komt het aan op scherpstellen. In het donker is dat knap lastig. Bij nachtfotografie stel je daarom meestal scherp met de hand. Op veel lenzen zit een schakelaar waarmee je ogenblikkelijk overschakelt naar handmatig. Bij sommige merken is het een menuoptie. Zelfs nu je handmatig scherpstelt, zal je merken dat het via de zoeker niet altijd even goed te zien is of alles scherp is. Het zoekertje is te klein en de omgeving te donker. Het helpt dan als je richt op objecten waarop lamplicht goed schijnt en die een beetje groot in beeld staan. Ook gaat het stukken beter met een lichtsterke zoomlens van bijvoorbeeld F 2.8 of een vaste lens van F 1.8 of F 1.4.

Live view

Scherpstellen gaat veel beter als je naar live view overschakelt. Dat zit tegenwoordig op zo’n beetje elke spiegelreflex. Ga vervolgens op zoek naar een knop waarmee je het beeld kunt uitvergroten. Meestal is dat de knop waarmee je bij het terugkijken van je gemaakte foto’s inzoomt. Met die knop wordt het live beeld met een factor vijf of tien uitvergroot, zodat je nog nauwkeuriger kunt scherpstellen. Verschuif het scherpstelkader net zo lang over het beeld tot je iets ziet waarop voldoende licht valt om details te onderscheiden. Zoals de contouren van een raam of deur, tekst op een bord, dat soort dingen. Zoek wel iets dat zich zo op dezelfde afstand van jou en de camera bevindt. Omdat je dat natuurlijk precies zo scherp op de foto wilt hebben. Sommige camera’s hebben een soort lichtversterking aan boord (gain of auto gain). Het scherm wordt dan kunstmatig lichter gemaakt. Ook dit helpt je bij het scherpstellen.

ronab

Diafragma en iso

In het donker is het de kunst om achter de juiste belichting te komen. Stel allereerst het diafragma in. Doe dit al naar gelang de scherptediepte die je wilt hebben. Dat is niet heel anders dan wanneer je overdag foto’s maakt. Dus een kleine lensopening (groot diafragmagetal) voor veel scherptediepte, of juist andersom. Met de iso-waarde kun je vervolgens alle kanten op. De camera staat op statief, dus in principe kun je kort maar ook lang belichten. Je hebt veel keuzevrijheid. Zo kun je de iso-waarde hoog instellen om sneller een foto te maken. Iso 800 of 1600 is op veel moderne reflexcamera’s prima te doen, zonder overmatig veel ruis. Of je stelt de iso-waarde juist laag in, op een waarde als iso 100 of 200, als je bereid bent langer op je foto te wachten. Korter of langer belichten hangt ook af van de situatie. Daar komen we in een kader nog op terug.

Sluitertijd

Het bepalen van de sluitertijd is wat lastiger. Je kunt proberen dit aan de camera over te laten. Net als overdag stel je dan in bijvoorbeeld de Av-stand de door jou gekozen iso-waarde en diafragmawaarde in en maakt vervolgens een proefopname. De camera bedenkt er dan zelf een sluitertijd bij. Bevalt de opname, dan ben je meteen klaar. Bij veel moderne spiegelreflexcamera’s gaat het op deze manier opmerkelijk vaak goed. Helaas is er ook een kans dat de foto te licht of te donker wordt. Dat hangt vooral af van de hoeveelheid licht in de omgeving. Want ook als het voor jouw gevoel aardedonker is, de camera pikt toch een bepaalde hoeveelheid licht op. Het lastige is dat in de nacht bijna altijd de lichtbronnen zelf ook in beeld zijn. Denk aan straatlantaarns of schijnwerpers die gebouwen beschijnen. Deze zijn verhoudingsgewijs enorm fel en ook daar reageert jouw camera op. Hierdoor is het amper te voorspellen of jouw camera uit zichzelf de juiste belichtingstijd verzint.

bijkerk

Handmatig

Pakt de proefopname te licht of te donker uit, dan kun je belichtingscompensatie gebruiken om bij te sturen. Was de opname te licht en wil je dat de camera korter belicht, dan stel je -1 of -2 of nog lager in. Bij een te donkere opname moet het toestel juist meer licht opvangen en stel je +1 of +2 of hoger in om langer door te gaan met belichten. Wat vaak een stuk handiger werkt, is de belichting helemaal zelf instellen in de handmatige M-stand. Je zelfgekozen iso-waarde en diafragma, maar ook de zojuist door de camera bedachte sluitertijd. Vervolgens verdubbel je de sluitertijd om een lichtere foto te krijgen of andersom. Kleinere stapjes nemen mag ook, maar in het donker werk je altijd van grof naar fijn. Zo kom je in een beperkt aantal stappen (testfoto’s) vanzelf uit op de perfecte nachtbelichting.

Ontspannen

Daarnet hebben we simpelweg geadviseerd om een proefopname te maken. Maar door de lange belichtingstijden is dit niet een kwestie van zomaar even op de ontspanknop drukken. Je wilt vermijden dat je camera gaat trillen en dat gebeurt ongetwijfeld als je die knop indrukt. Het is daarom verstandig om na het indrukken enkele seconden te pauzeren voordat de foto gemaakt wordt. Dit kun je doen met de zelfontspanner (timer) van de camera. Die is vooral bedoeld voor als je zelf op de foto wilt, maar komt ook nu goed van pas. Meestal zo’n twee tot tien seconden nadat je op de ontspanknop hebt gedrukt, wordt de opname dan automatisch voor je gemaakt. Dat is meestal voldoende om trillingen door het indrukken van de ontspanknop te laten uitdijen.

Kleurweergave

Vooral in stedelijke omgevingen kun je ’s nachts prachtige kleurrijke foto’s maken. Er is enorm veel verlichting aanwezig. Het lukt je camera niet altijd om al die kleuren natuurgetrouw weer te geven. Kunstlicht veroorzaakt al snel een kleurzweem. Een nachtfoto zal daardoor vaak te oranje of gelig zijn, soms te groen of te blauw. Nu is het niet nodig om alle kleuren honderd procent natuurgetrouw te krijgen, want een van de charmes van nachtfoto’s is juist die speciale sfeer. Bij een zonsondergang wil je de wolken ook niet spierwit, maar mooi gekleurd. In de nabewerking kun je de kleuren eenvoudig bijstellen in pakketten zoals Lightroom en Photoshop. Dat werkt het beste als je in raw fotografeert. Werk je in jpeg, dan kun je beter al op de camera de kleurweergave regelen via de witbalans. Vaak scheelt het al als je die op de stand lamplicht zet. Bij lantaarnpalen en industriegebieden kan soms een heel andere instelling nodig zijn. Je kunt ook een grijskaart of liever een witbalanskaart gebruiken om de kleur van het licht te bepalen, mits je bij het onderwerp kunt komen of een plek waar datzelfde licht schijnt.

Wil je na deze basiscursus aan de slag gaan met nachtfotografie? In dit artikel zetten we vijf geschikte onderwerpen voor je op een rij!

De belangrijkste fotografie tips voor beginners

Wil je meer handige tips voor beginners? Bekijk dan dit overzichtsartikel

Mis niks met de wekelijkse Zoom.nl nieuwsbrief!

E-mailadres

Scherpstellen bij macrofoto’s: autofocus of handmatig?

RUIS VERWIJDEREN uit je foto’s | Lightroom Quick Tip