29 juli 2016, 09:00
Door software als Photoshop en Lightroom zijn filters in ongebruik geraakt. Maar van een aantal, zoals het ND- en het polarisatiefilter, is het effect moeilijk in Photoshop na te maken. Daarom gebruik je deze tijdens de opname voor een direct mooier beeld.
Het ND-filter (Neutral Density) of grijsfilter bestaat uit egaal grijs getint glas dat een deel van het licht blokkeert. Daarom moet je voor een goed belichte foto de sluitertijd verlengen of het diafragma verder openen. Een combinatie van beide kan natuurlijk ook. Het verhogen van je iso is minder nuttig: hierdoor introduceer je alleen maar meer ruis in je foto.
De ‘Neutral’ in ND duidt overigens aan dat het filter neutraal grijs is. Alle kleuren worden in gelijke hoeveelheid geblokkeerd. Anders zouden de verschillende kleuren in je foto veranderen.
Sluitertijd
Het voordeel van een lange sluitertijd is dat je beter kunt spelen met beweging. Zo verander je een waterval in een prachtige waas of laat je de beweging in een wolkenlucht zien. Ook kun je de rimpeling van het water uit een meertje halen door een langere sluitertijd te gebruiken; de beweging in het water maakt het oppervlak helemaal vlak. Wil je beweging in bijvoorbeeld wolken vastleggen, dan is het handig als het een beetje waait. De wolken bewegen dan sneller, waardoor de beweging ook eerder te zien is
jant
Ook een grotere diafragma-opening kan een reden zijn om een ND-filter te gebruiken. Vooral op een zonovergoten dag: het vele licht maakt het dan moeilijk om te spelen met een kleine scherptediepte. Als je de maximale sluitertijd van je camera hebt bereikt, is het enige alternatief het diafragma dichtdraaien. Met ND-filter kun je met dezelfde sluitertijd nog op bijvoorbeeld diafragma F 2,8 fotograferen, zodat je een onscherpe achtergrond krijgt.
ND-filter gebruiken
Als je met een ND-filter aan de slag gaat, is het slim om vanaf statief te fotograferen. Met een langzame sluitertijd wil je dan wellicht beweging zien in je foto, maar niet de beweging van de camera.
Het eerste dat opvalt is dat je ineens een stuk minder ziet door de zoeker. Zeker als je bijvoorbeeld een filter gebruikt dat tien stops licht blokkeert; je kijkt dan naar een bijna zwart zoekerbeeld, zelfs op een zonnige dag. Dit levert een bijkomend probleem op; de automatische scherpstelling van je camera werkt niet (of slechter). De autofocussensor heeft immers licht nodig om de scherpstelling te kunnen bepalen.
fotoscape
Een statief is dan weer handig. Je kunt dan eerst de compositie bepalen zonder filter, scherpstellen en de scherpstelling op handmatig zetten en het filter er daarna pas opschroeven. Pas op dat de scherpstelling niet verandert als je het filter erop draait, bij sommige objectieven is dit snel gebeurd.
Een handig alternatief is live view. Die laat ook met een stevig ND-filter vaak nog een beeld op je display zien. Handig om je compositie aan te passen en (mits je inzoomt op je display) handmatig scherp te stellen. Zo hoef je niet telkens je filter eraf te halen.
Een populair ND-filter is de Big Stopper van Lee. Dit voorzetfilter houdt maar liefst 10 stoppen aan licht tegen. Helaas is dit filter erg slecht verkrijgbaar, de levertijd kan oplopen tot enkele maanden. Een goed en betaalbaar alternatief is Heliopan ND 3,0.
Filtergetallen
Er zijn drie manieren om ND-filters getalsmatig aan te duiden: in het aantal maal dat het licht verzwakt wordt, in optische dichtheid en in het aantal stops lichtafname. Het aantal stops lichtafname is vaak het duidelijkst, omdat je hiermee als fotograaf meer gevoel hebt. Elke 0,3 toename in optische dichtheid staat gelijk aan 1 stop afname in het licht dat doorgelaten wordt. Een ND-filter met 3,0 optische dichtheid blokkeert dus 10 stops aan licht (en verzwakt het licht 1024 keer).

Gradueel ND-filter
Bij een gradueel ND-filter is het grijs niet over het gehele beeld gelijk, maar verloopt dit. Dit komt goed van pas in bijvoorbeeld de landschapsfotografie. Daar is de lucht meestal een stuk helderder dan het landschap. Door een gradueel filter te gebruiken (met de grijze kant over de lucht) kun je meer details in de lucht vastleggen terwijl ook het landschap zelf goed belicht blijft. Bij gradueel ND-filters is een filtersysteem handiger dan losse filters. Je kunt dan gemakkelijker de positie van de overgang in je beeld bepalen (zie Filters aanschaffen).
Zeker als je in raw fotografeert, is een gradueel ND-filter al aardig na te bootsen in een bewerkingsprogramma als Lightroom. Zo kun je bijvoorbeeld een lucht ook weer donkerder maken met een mooi verloop erin. Je bent echter wel beperkt door het dynamische bereik van je camera. Als iets in je foto echt wit is (uitgebeten) of echt zwart (dichtgelopen) dan kun je hier digitaal niks meer uit halen. 1 tot 2 stops lichtverschil kun je met een raw-bestand vaak nog wel achteraf corrigeren.
jeroenvanbakel
Een alternatief is hdr, dat staat voor high dynamic range. Hierbij maak je van één scène meerdere foto’s vlak achter elkaar. Bij elke foto belicht je een ander deel van de foto correct; bijvoorbeeld twee stoppen onderbelicht, goed belicht en twee stoppen overbelicht. Door deze foto’s te combineren beschik je over extra informatie in zowel de donkere als de lichte gedeelten.
Verloopfilters zijn er overigens ook in omgedraaide volgorde waarbij halverwege het filter eerst het donkerste deel begint dat overloopt naar lichter grijs. Deze zijn specifiek bedoeld voor het fotograferen rond zonsopkomst en zonsondergang. Het lichtste deel in je foto wordt dan het meest geblokkeerd.
Variabel ND-filter
Bij een variabel ND-filter varieert de hoeveelheid licht die het filter doorlaat als je eraan draait. Handig wanneer je meer controle wilt en vaak wisselt tussen verschillende sterktes. Handig ook om de compositie en scherpstelling te kunnen bepalen in de lichtste stand, waarna je voor de foto doordraait naar een krachtige demping van het licht.
De minimale en maximale werking staat aangegeven op de ring. Als je daarbuiten komt, loop je kans dat er een groot donker kruis door je beeld loopt. Dit is geen fout van het filter, je gebruikt het dan op een stand waarvoor het niet bedoeld is. Wel iets om op te letten tijdens het fotograferen, want je kunt het filter zomaar te ver doordraaien. Ook komt dit probleem sneller voor op een groothoekobjectief dan bij een tele. Afhankelijk van het filter kun je tussen de 1 en 8 stops filteren met zo’n variabel filter.
Overbodige filters
Photoshop heeft het nut van veel filters verminderd. Zo werden in de analoge zwart-witfotografie kleurfilters veel gebruikt om bepaalde tinten grijs lichter of donkerder te maken. Door te schieten in kleur en achteraf om te zetten, heb je in de nabewerking veel meer controle. Ook het uv-filter (ultraviolet) is bij digitale camera’s overbodig, omdat je sensor deze kleur niet vastlegt. Bij film kon ultraviolet licht voor een blauwzweem zorgen. Uv-filters worden nog wel gebruikt ter bescherming van het voorste element van een objectief.
Polarisatiefilter
Een polarisatiefilter blokkeert het licht dat je objectief binnenkomt vanuit één specifieke hoek. Deze hoek kun je bepalen door aan het filter te draaien. Hierdoor kun je bijvoorbeeld hinderlijke reflecties weghalen; denk aan reflecties in glas of in water. Ook kun je het contrast vergroten en zo bijvoorbeeld een blauwe lucht er echt uit laten springen ten opzichte van witte wolken. Het polarisatiefilter werkt het beste als het zonlicht van opzij komt. Met de zon in je rug zal het geen reflecties weghalen.


Links een foto gemaakt met een polarisatiefilter en rechts een foto zonder
Een polarisatiefilter kan overigens geen reflecties weghalen van metaal. Houd er verder rekening mee dat polarisatiefilters vaak lastig te gebruiken zijn als je een zonnekap op je objectief hebt zitten. Laat je zonnekap eraf en gebruik je hand of een stukje karton om hinderlijke flares te voorkomen indien nodig.
Infrarood
Een infraroodfilter blokkeert al het zichtbare licht en laat alleen infrarood licht door. In je camera zit echter een infraroodfilter dat dit licht juist tegenhoudt. Het verschilt per camera of een infraroodfilter bruikbaar voor je is. Je kunt testen of je camera infrarood licht kan vastleggen door live view aan te zetten en het ledlampje van een afstandsbediening via het scherm te bekijken terwijl je wat knopjes indrukt. Als je roodachtige flitsjes ziet, kan je camera infrarood vastleggen. Anders zul je eerst het infraroodfilter uit de camera moeten (laten) halen; geen eenvoudige klus en het is een permanente en prijzige aanpassing.
Omdat scherpstellen met een infraroodfilter erg lastig is kun je vaak het beste met grote diafragmagetallen werken (veel scherptediepte). Dat geeft je minder kans op onscherpe foto’s. Een foto die scherp is bij normaal licht is niet scherp bij infrarood licht. Sommige objectieven hebben een speciale infrarood aanduiding voor de scherpstelling.
hootie
Filters combineren
Je kunt filters ook combineren, bijvoorbeeld meerdere ND-filters om de sluitertijd nog verder omlaag te krijgen. Ook kun je bijvoorbeeld een ND- en een polarisatiefilter gebruiken. Het polarisatiefilter geeft je ook nog zo’n twee stops minder licht en biedt daarnaast de mogelijkheid ook nog reflecties weg te halen of meer contrast in de foto te brengen.
Aanschaf
Bij de aanschaf van een filter let je om te beginnen op prijs en kwaliteit. Filters van bijvoorbeeld B+W staan hoog aangeschreven, maar zijn ook prijzig. Hoya is wat goedkoper en staat ook goed aangeschreven. Ook binnen één merk worden vaak verschillende kwaliteiten aangeboden. Je kunt het beste kijken welke kwaliteit het beste past bij jouw budget. Vraag je daarbij ook af hoe vaak je het filter echt denkt te gaan gebruiken. Bij dagelijks gebruik is een grote aanschaf beter te verantwoorden dan als je het filter eens per jaar uit de kast haalt.
Wil je het filter op een groothoekobjectief gebruiken dan is de keuze voor een ‘slimfilter’ nuttig. Dit zijn dunnere varianten (vooral aan de rand), waardoor je bij gebruik op een groothoekobjectief voorkomt dat je filterrand in beeld komt. Gebeurt dat wel, dan zul je duidelijke vignettering zien (donkere randen in de hoeken van je foto).
Filters kun je je op verschillende manieren voor je objectief bevestigen. Een standaardfilter schroef je op je objectief en bestaat simpelweg uit een glasplaatje met een metalen rand met schroefdraad eromheen. Het nadeel van deze methode is dat een filter alleen past op één filtermaat. Wil je hetzelfde filter voor verschillende objectieven gebruiken, dan moet je meerdere formaten van datzelfde filter kopen. Een alternatief is dat je het grootste formaat filter koopt en verloopringen koopt voor je objectieven met een kleinere filtermaat.
Er zijn ook filtersystemen (van onder meer Lee, Cokin, 84,5mm en HiTech). Hierbij koop je eenmalig een filterhouder waar één groot formaat filter in kan. Per objectieffiltermaat koop je dan een verloopring zodat je dezelfde filterhouder op al je objectieven kunt gebruiken. In de filterhouder kun je vaak ook gemakkelijk meerdere filters schuiven. Het voordeel van dit systeem is dat je filters gemakkelijk kunt toevoegen en verwijderen zonder te schroeven. Ook is het uiteindelijk een stuk goedkoper dan losse filters. Een nadeel van een dergelijk filtersysteem is dat de filters van plastic zijn en daardoor de kwaliteit al snel iets minder is. Ook kan er makkelijker licht lekken langs bijvoorbeeld een sterk ND-filter.
Feest van kleur
Kleurfilters kun je niet alleen gebruiken op een objectief, maar ook op een flitser. Met deze kleurgels kun je bijvoorbeeld verschillen in witbalans tussen flitslicht en aanwezig licht corrigeren. Hiervoor heb je oranje (CTO) en blauwe (CTB) filters. Ook kun je andere kleurfilters gebruiken om het flitslicht echt een afwijkend effect te geven voor een creatief effect in je foto’s. Kleurgels veranderen een saaie egale achtergrond in een waar feest van kleur.
Tot slot
Het gebruik van flitsers maakt fotograferen niet gemakkelijker. Je moet immers je filters meenemen, eraan denken ze te gebruiken en ze telkens op je objectief bevestigen en er daarna weer vanaf halen. Het gebruik van filters geeft je echter wel extra mogelijkheden voor creatieve foto’s en daarmee meer dan voldoende reden om eens met filters aan de slag te gaan.