10 maart 2021, 08:04
Licht kan veel verschillende kwaliteiten hebben. Zo kan het bijvoorbeeld hard zijn en ook zacht. Wat houdt dat precies in en hoe kun je ermee werken in de praktijk?
Niet al het licht is hetzelfde. Dat zou je misschien denken, maar niets is minder waar. Ga maar eens kijken naar allerlei verschillende foto’s. Het licht is overal anders. Zeker als je gaat kijken naar de balans tussen licht en schaduw en de aard van die schaduwen zal je opvallen dat er veel verschillen bestaan tussen hard en zacht licht.
Zacht licht is mooi verspreid en valt als een deken over je onderwerp heen. Schaduwen zijn niet al te heftig en ook de randen van die schaduwen zijn lekker vloeiend en zacht. De overgang tussen schaduwen en andere gedeeltes in het beeld zijn dan vaak niet heel goed te ontdekken. Bij hard licht is dat juist andersom. Hard licht geeft een duidelijke vorm aan de schaduwen en maakt dat ze gemakkelijk te onderscheiden zijn van de andere delen van de foto. De schaduwen hebben naarmate het licht harder wordt steeds meer een duidelijke en strakke rand. Als de zon hard schijnt op een zomerdag heb je bijvoorbeeld vaak hard licht. Contrasten en schaduwen zijn dan vrij aanwezig en duidelijk te zien. Zacht licht kun je het beste vergelijken met een grijze bewolkte dag. Het licht is er wel, maar heel verspreid en het wordt door het wolkendek als een deken verspreid over het landschap. De wolken zijn dan in feite één erg grote softbox.
Meer is niet altijd harder
Je zou verwachten dat als je meer licht gebruikt, je harder licht krijgt. Dat is niet zo. Ook veel licht kan alsnog heel zacht zijn. Dat maakt meteen ook het verschil duidelijk tussen de hoeveelheid licht, het belang van de sterkte van de flitser en de hardheid van het licht. In feite zijn het drie variabelen, die samen zorgen voor een bepaalde belichting. De hardheid van het licht heeft dan ook in grote mate te maken met hoe het licht gevormd wordt, met de lichtvorming.
Als je op zoek bent naar zacht licht, dan kun je daarom ook het beste een lichtvormer nemen die het licht verspreidt over je onderwerp. Een softbox doet dat. Daarbij geldt meestal: hoe groter, hoe zachter. Ben je op zoek naar hard licht met harde schaduwen en sterke contrasten, dan zul je dat licht moeten bundelen. Samengepakt in een kleine ‘bundel’ krijgt het licht die harde eigenschappen. Samen met de kracht van je flitser of lamp vormt dat die sterke en harde schaduwen.
Studio
Als je in de studio werkt met studioflitsers, dan kun je de kwaliteiten van het licht volop controleren en veranderen, waardoor je een goed idee krijgt van hoe het licht zich gedraagt. Hard en zacht licht zijn op die manier dus heel gemakkelijk te onderscheiden. Als je dus een keer de kans krijgt om in een studio te werken, dan is experimenteren met hard en zacht licht een leuke en interessante oefening.