20 mei 2020, 07:33
Groothoek-vertekening is een beeldfout waar veel fotografen dikwijls mee in aanraking komen. Waar komt die vertekening nu eigenlijk vandaan?
Belangrijk om te weten is dat je te maken hebt met twee verschillende soorten vertekening als je gaat fotograferen: optische en perspectivische. Die twee hebben allebei een andere oorzaak. De groothoek-vertekening waar we het in dit artikel over hebben is een optische vertekening, veroorzaakt door de optische constructie van je objectief in combinatie met het onderwerp en je standpunt. Een voorbeeld van perspectivische vertekening is het probleem dat je ervaart als je bijvoorbeeld een kerktoren van dichtij wilt vastleggen. De lijnen lopen dan opeens niet meer recht. Als je daarbij ook nog met een groothoek werkt, zie je dat deze twee soorten vertekening ook nog samen kunnen werken en je beeld dus op twee verschillende manieren tegelijk kunnen vertekenen.
Laten we even verder kijken naar de optische vertekening die we ook wel groothoek-vertekening kunnen noemen. Waar komt die vandaan? Het beeldveld van een groothoek is groter dan wat er op de sensor past en het beeld moet er daarom als het ware in worden ‘geperst’. Dat zorgt ervoor dat je aan de randen een vervorming gaat zien. Bij een groothoek gaat het dan om ’ton-vormige’ vertekening. Die naam is afgeleid van de lijnen in je beeld die je als het ware over de buitenkant van een ton zou kunnen buigen. Natuurlijk hebben ook de (ronde) optische elementen – de verschillende holle en bolle glazen elementen – behoorlijk invloed op de vertekening. Zo kan het gebruik van verschillende specifieke elementen voor het tegengaan van bijvoorbeeld chromatische aberraties ervoor zorgen dat je de vertekening extra goed ziet. Het is namelijk zo dat de vertekening waar we het over hebben officieel een beeldfout is; een ‘fout’ in het objectief. Net zoals chromatische aberraties of het tonen van coma dat kan zijn. Technici zijn tijdens het ontwikkelen van een objectief continu bezig om al deze verschillende beeldfouten zo goed mogelijk onder de duim te houden, maar het corrigeren van de ene beeldfout gaat vaak ten koste van het corrigeren van de andere. Deze technici zijn daarom vaak op zoek naar een juiste balans en kijken daarvoor natuurlijk naar het beoogde gebruik van een objectief. Bij een groothoek zal de focus daarom vaak liggen op het vlak van de vertekening, omdat je daar in de praktijk het meeste mee te maken zult hebben. Daarnaast is het natuurlijk zo dat het corrigeren van beeldfouten een tijdrovend en kostbaar proces is, zowel in tijd als in onderdelen. Een kostbaar objectief is daarom vaak beter gecorrigeerd op het vlak van vertekening en andere beeldfouten dan een goedkoper exemplaar.
Het midden van het beeld is de plaats waar de vervorming van de lijnen het minst of zelfs helemaal niet aanwezig is. Daar kun je dus gebruik van maken. Heb je een groothoek bij je en wil je een onderwerp fotograferen dat gemakkelijk vervormt, ga dan een heel stuk naar achteren staan en zorg dat je het onderwerp in het midden van het beeld plaatst. Achteraf kun je de randen van je beeld croppen. Zo komen al die megapixels van je moderne camera nog eens van pas! Op die manier houd je een foto over die minder of geen vervorming heeft en kloppen daarnaast de verhoudingen en het perspectief van je onderwerp beter. Je ziet wel: zoals altijd is afstand ook hier het juiste antwoord.
Overigens: zoals je ongetwijfeld weet is groothoek-vertekening naast andere vormen van vertekening vaak goed te corrigeren in de nabewerking. Elk programma heeft daar knappe tools voor in huis, waarmee je in enkele seconden de lijnen in je beeld weer volledig recht hebt staan. Dat kost je – meestal – wel een stukje beeld aan de randen. Als je daar rekening mee houdt kom je nooit voor verrassingen te staan.